Black (w)holes, Blind (drop)spots, Multicolour Painting
Een zwart gat in space is een onzichtbare ruimte . Het zuigt in een dubbele, golvende beweging al het licht in zich op . Het drukt licht het donker in. Een zwart gat is een val van het licht, sneller dan het licht. Onmeetbaar. Niet herinnerbaar. Niet representeerbaar. Verraderlijk. Vibrerend. Dus wellicht ook zoemend of (b)ruisend, maar vermoedelijk niet hoorbaar voor het menselijk oor. Een zwart gat is omringd door een omgeving van licht of is het omgekeerd? Ik zie verdacht veel zwarte vlekken en zwarte strepen in de recente schilderijen van Christophe Denys.
Een zwart gat zie je niet als je er zou kunnen inglijden (met een ruimteschip). Je ervaart een zwart gat niet per definitie als een duistere tunnel, waar je in of doorgaat. Het doet je haast onmerkbaar verdwijnen. Je voelt enkel iets onzichtbaar aan je rukken. DROP DEAD! DROP SPOTS! Je constateert met je lichaam een pulserende druk, die ‘langzaam’ krachtiger wordt in een fractie van enkele seconden. Opgeslokt door een zwart gat, zou je wél nog notie van de belichte objecten en eventueel subjecten (die zich dan ook in ruimteschepen zouden moeten bevinden) rondom je heen hebben, maar vanuit een andere dimensie en in een verglijdende vorm. Maar de dingen rondom je heen, bewust of onbewust, kunnen jou niet meer ervaren, alsof je achter een horizon bent verdwenen. Wanneer de eb- en vloedgolven van het donkere gat je pas echt duidelijk zijn geworden, kan je niet meer terug. Je bent een blinde vlek geworden. Verloren. Verdwenen. Opgelost. Zonder licht spat je uit elkaar in onzichtbare deeltjes vergetelheid. Een explosie die implodeert en onzichtbaar wordt. Je wordt een luchtbel waaruit de zuurstof is gezogen. Christophe Denys blaast verfbellen op doeken, papier, en nu ook voor de eerste maal tegen een muur.
Een zwart gat heeft twee voor een lichaam voelbare eigenschappen. Het golft en vibreert. Het doet vallen. De val wordt gebroken door de druk. Zwarte gaten zijn misschien wel te vergelijken met de inwendigheid van pijn. Haast onmogelijk te delen, enkel inwendig voelbaar, maar niet altijd zichtbaar en aanraakbaar. Pijn is een vallen in inwendigheid, dichtslagen onder de druk van je lichaam. Het doek en de kleurslierten in de schilderijen vertragen de val, verbinden de val via een ragfijn web. Niet bij elke pijn kan de wonde worden getoond, noch worden aangeraakt. Noli me tangere. Wat Denys schildert kan niet worden aangeraakt. Hoe schilder je dat wat constant dreigt te vallen? Of dat wat hangende is (=de belofte van de toekomst die wordt aangevoeld)? Ook abstracte schilderkunst is een interpretatie van de realiteit, die vorm en lichaam is gegeven. Bij Christophe Denys betekent de schilderkunst een ‘blind vinden’ van mogelijke en potentiële verhoudingen tussen zwarte gaten en het (g)ruis van fijne en onversneden lichtpartikels. Imploderen is inklappen, verdwijnen onder de huid. Exploderen is zich met kracht naar buiten begeven, uit de huid komen, het oppervlak én de omgeving vernietigen (=terrorisme). De schilderkunst van Christophe Denys is veeleer een transplosie. ‘Het’ heeft een vaste ondergrond gekregen, waarboven en waarlangs de verf mag krioelen, kruipen en tot stilstand kan komen, om daarna weer opgenomen te worden in het volgende doek. De schilderkunst van Christophe Denys is ook a white hole die kleuren uitspuwt.
Het geheugen bestaat uit (g)ruis van fijne en onversneden lichtpartikels, die aan elkaar klitten in talrijke variaties. Interpretaties van leven(s) (=communicaties) zijn suizende lichtvlekken die kleur afgeven en (voor even) blijven kleven aan de donkere achterkant van je oogbol, je achterhoofd. Christophe Denys is een radicaal schilder. Wat snel gaat, moet worden vertraagt, wat traag gaat, moet worden versneld. Ingehaald door het vorig werk, achtervolgd door het nog te maken werk, kan hij niet meer terug. Sommige kleuren kunnen niet meer in diezelfde combinatie worden aangemaakt. Ze reageren. Christophe Denys legt sommige doeken in regenbuien. Rozig +- roodachtig +- blauwig schijnsel : knalgeel x oranjeachtig – paars + groenig + wittig x plakkerig x blinkend/ glanzend + mat +- geplakt x overtrokken + weggenomen… vlekken, strepen, vormen, amorfen, …zwartachtig en witachtig. Hoe schilder je die blinde vlek voor je ogen?
De kunst van Christophe Denys is een stardust-schilderkunst, gewaar van de blinde vlekken, die erop neersijpelen. Er bestaat geen heelheid zonder notie van zwarte gaten en blinde vlekken. There is -a- (no) way back! Het is een schilderkunst die soms installatiekunst wil worden, maar de installatie laat de schilderkunst niet geheel toe in zich te druppen. Nog niet, net niet, bijna, misschien (n)ooit, al een klein beetje. Het is een schilderkunst die de representatie niet deconstrueert, vernietigt, maar vervolledigt. Zelfs dichter bij huis, niet enkel in space: Denys’ schilderijen zijn ook als hersenspinsels, pijnscheuten en verbindingen, stoffen/ hormonen die vrijkomen in het hoofd onder verschillende omstandigheden, (pre-)psychocorporele waarnemingen en ervaringen die hebben vorm gekregen , als nature analogues ….
Als we – stel - de doeken van Christophe Denys volledig in ons zouden kunnen opnemen, tot in elk detail, elke lijn, elke drup, elke veeg, elke weglating, elke zwarte vlek en hun plaats in het geheel zouden respecteren, vraag ik me af of we andere kijkers zouden kunnen worden, die anders zouden denken, anders ervaren, anders met complexe realiteit(en) omgaan, andere dingen zouden maken, andere dingen zouden doorgeven aan elkaar. En belangrijker: zouden we deze schilderkunst dan kunnen interpreteren voorbij de werking van het geheugen . Misschien ervaren we kunst soms te gemakkelijk als ‘herhalingen’ of ‘variaties’, omdat we de complexiteit van elk werk op zich niet durven inzien uit angst voor die talrijke mogelijkheden. Deze kunst is eigentijds. De eigentijdsheid heeft zich niet gematerialiseerd in een motief, maar in de voortdurende verandering en de complexiteit van (bijna)-vormen, nog-niet-vormen, al-wel-vormen die vorm en lichaam hebben gekregen.
Sofie Van Loo